Het was nog Zuidbuurtscheweg 45 toen Bert en Jo Versteegen na hun trouwen de boerderij introkken. De boerderij heeft een hoofdgebouw, wat het winterhuis werd genoemd, met daarachter een koeienstal met een toen goedkoper rieten dak. Het gebouw wat ernaast werd gebouwd werd het zomerhuis genoemd. Wat vreemd is dat het het zomerhuis op de steen het jaartal 1877 heeft staan en het hoofdgebouw een eerste steen die drie jaar later is gedateerd en terwijl de koeienstal met de rieten dak nog weer ouder is van bouw. Volgens de vereniging Oud-Zoeterwoude, dat onderzoek naar de bouw van boerderijen in de streek heeft gedaan, werden vroeger, als een boer een nieuwe boerderij wilde gaan startten, eerst de stal gebouwd, zodat de koeien huisvesting hadden. Waarna eerst een, meestal, kleinere, woonhuis met stalletje werd gebouwd, zodat de boer en boerin ook onderdak zaten. Als er weer genoeg geld verdiend was werd het meer luxere (rijker) ogende hoofdgebouw gebouwd. Deze bouwwijze is duidelijk in de streek waarneembaar. Bij verschillende boerderijen zijn de twee gebouwen als zelfstandige gebouwen gebleven, maar bij sommige is er een verbindingsgebouwtje, een soort corridor, gebouwd. Zodat men binnendoor van het ene gebouw naar het andere kon lopen. Zo is dat ook gedaan bij boerderij Rustdam. In tegenstelling van deze bouwwijze is bij de boerderij Van der Salm in de Weipoort, als een van de weinige, misschien wel de enige in de streek, eerst het hoofdgebouw gebouwd, waarna het andere kleinere woonhuis met stal.

Voordat Bert en Jo er in 1945 introkken woonde daar nog, als eerste bewoner, Jacoba (Koosje) van der Velde. Zij was nog de enige overgeblevene na het overlijden van haar zus en broer, die ook op de boerderij gewoond hadden.
Koosje heeft op 8 jarige leeftijd de eerste steen van het zomerhuis gelegd op 27 maart 1877. Haar jongere zus Catharina van der Velde heeft op drie jarige leeftijd de eerste steen van het hoofdgebouw gelegd op 10 mei 1880.